Met deze nieuwe rubriek worden veelvoorkomende letselschadezaken zo reëel mogelijk weergegeven. En dat vanuit het perspectief van de medisch adviseur aan de zijde van het slachtoffer.
Iemand staat stil in een auto voor een rood verkeerslicht en wordt door een niet oplettende andere automobilist van achteren aangereden. De bestuurder van de stilstaande auto kan nog wel zelfstandig de auto uitkomen maar heeft meteen een pijnlijke nek. De papieren worden voor de verzekering ingevuld.
Het ongeval wordt bij de politie gemeld, maar daar vindt men het niet nodig om te komen. Het is te druk, het heeft geen prioriteit, ook omdat er geen ernstig lichamelijk letsel is. De auto was weliswaar behoorlijk beschadigd aan de achterzijde, maar het was nog mogelijk om ermee te rijden.
De bestuurder van de stilstaande auto gaat die dag, nadat de papieren voor de verzekering waren ingevuld, nog naar zijn werk maar daar worden de nekklachten erger. Er is dan ook sprake van hoofdpijn en de nekpijn straalt inmiddels ook uit naar een schouder en naar een arm. Besloten wordt om dezelfde dag nog naar de huisarts te gaan.
De huisarts hoort het verhaal aan, doet lichamelijk onderzoek en aanvankelijk wordt door de huisarts gedacht aan een kneuzing van de halswervelkolom. Er worden pijnstillers voorgeschreven en het advies wordt gegeven om het wat rustiger aan te doen, maar ook om in beweging te blijven. Het verdere beleid is afwachtend.
Client komt na twee weken terug bij de huisarts omdat de pijn niet is verminderd, eigenlijk zelfs is verergerd, en omdat er nu ook sprake is van problemen met het vinden van de juiste woorden, met de concentratie en het geheugen en ook van duizeligheid en van wazig zien. Daarnaast was er inmiddels ook sprake van een nogal storende en ernstige vermoeidheid. Er wordt door het slachtoffer gedacht aan een beschadiging van de nek en deze zorg wordt aan de huisarts overgebracht die bij onderzoek een pijnlijke nek constateert die voor een deel beperkt is voor wat betreft bewegingen.
Vooral het laatste traject bij het zijwaarts buigen van de nek is pijnlijk en beperkt. De nekspieren zijn gespannen. De huisarts houdt nu rekening met klachten die passen bij een zogenaamd whiplash trauma. Dat betekent dat de nek bij het ongeval een zogenaamde zweepslag beweging heeft gemaakt. Dit wordt ook wel een accelaratie-decelaratie (versnelling-vertraging) trauma genoemd. Voor de zekerheid laat de huisarts een röntgenfoto van de nek maken, maar daarop worden geen afwijkingen gezien.
Er volgt een verwijzing naar de fysiotherapeut. De fysiotherapeut gaat aan het werk waarbij diverse technieken worden toegepast, maar de klachten van uitstralende nekpijn, hoofdpijn, duizeligheid, concentratie-, en geheugenstoornissen, woordvindstoornissen en wazig zien blijven bestaan. Dat gold ook voor de vermoeidheid. Na enkele maanden volgt, nu de klachten en beperkingen aanhouden, een verwijzing naar de neuroloog.
Uitgebreid onderzoek van de neuroloog levert geen afwijkingen op. Ook een MRI-scan van de halswervelkolom laat geen afwijkingen zien. De neuroloog kan verder niet veel meer voor de patiënt betekenen en een verwijzing naar de revalidatiearts volgt. In het revalidatiecentrum volgt na een behoorlijke wachttijd van meerdere maanden eerst een intake en na de intake wordt de patiënt geschikt bevonden voor een multidisciplinaire revalidatiebehandeling vanwege het inmiddels geconstateerde post whiplash syndroom.
Multidisciplinair betekent dat verschillende disciplines (bijvoorbeeld een fysiotherapeut, een maatschappelijk werker, een psycholoog en een revalidatiearts) zich zullen bezighouden met de begeleiding en behandeling van het slachtoffer, c.q. de patiënt met het post whiplash syndroom. De revalidatiebehandeling duurt meerdere maanden en het resultaat is dat er door het slachtoffer weliswaar beter kan worden omgegaan met de klachten en beperkingen terwijl er ondanks de intensieve behandeling, waarbij er volgens het gehele revalidatieteam sprake was van een enorme motivatie en inzet van het slachtoffer, klachten en beperkingen zijn blijven bestaan.
Langer concentreren bleef een probleem waardoor het werk op kantoor slecht ging, cliënt hield een volle dag werken niet meer vol vanwege de pijn en de vermoeidheid. De bedrijfsarts, waar cliënt inmiddels ook was geweest, vond ook dat cliënt slechts halve dagen kon werken. Thuis kon er minder in en om het huis worden gedaan en ook sporten (squashen) was niet meer mogelijk. Verder was het sociale leven na het werk op een erg laag pitje terechtgekomen, omdat er geen energie meer over was om activiteiten te ontplooien.
Lees hier voor het verdere vervolg deel 2 van deze casus.
Van Casus 1 (deel 1) naar pagina casuïstiek
© Letselschade-expert.com
Alle rechten voorbehouden
Marco Blom
Arts/medisch adviseur
Specialist in letselschade
Postbus 19227
3501 DE Utrecht